De gemeente Den Haag heeft bij het Rijk officieel bezwaar gemaakt tegen de verplichting om 348 minderjarige asielzoekers te moeten opvangen in de stad.

Minister Marjolein Faber van Asiel en Migratie maakte eerder bekend dat als gevolg van de Spreidingswet de stad Den Haag in totaal 2.189 opvangplaatsen moet realiseren, in plaats van de 2.513 plekken uit een eerdere verdeling. Maar nu blijkt dat daaronder 348 plaatsen voor minderjarige asielzoekers moeten komen, 135 meer dan eerder aan Den Haag was gemeld. Het stadsbestuur noemt dit aantal "disproportioneel" in vergelijking met andere grote gemeenten in Zuid-Holland. "Het nieuwkomeronderwijs, maar ook jeugdzorgvoorzieningen worden hierdoor onevenredig belast."

Het Rijk zegt dat in de nieuwe verdeling ervoor is gekozen om de opvang van minderjarige asielzoekers meer te concentreren. Alle opvangplekken moeten voor 1 juli 2025 zijn gerealiseerd.

Hoorzitting

Volgens het stadsbestuur zorgt de werkwijze achter de verdeling ervoor dat gemeenten ten onrechte tegenover elkaar worden gezet. "Dat schaadt de regionale en provinciale solidariteit." Het college verzoekt het ministerie daarom om het verdeelbesluit in zoverre te herroepen, dat de verdeling op een meer proportionele en evenwichtige wijze gebeurt. Het bezwaar zal binnenkort worden behandeld in een hoorzitting van het ministerie van Asiel en Migratie.

Het college van burgemeester en wethouder heeft verder aan minister Faber laten weten dat Den Haag bereid blijft om verantwoordelijkheid te nemen door een groot aantal asielzoekers en Oekraïense ontheemden op te vangen en voornemens is om dit te blijven doen. "Wij betreuren het dat we ons genoodzaakt zien bezwaar aan te tekenen. Het had onze voorkeur gehad de verdeling binnen de provinciale samenwerking op te lossen."